Dit uitgangspunt wordt ten aanzien van een aantal opdrachtnemers als een steeds urgenter maatschappelijk probleem gezien, terwijl er ook een heel arsenaal is aan opdrachtnemers die niet of minder in een kwetsbare positie (lijken te) verkeren. Hierdoor is het vinden van regels voor opdrachtnemers ten aanzien van zowel het huidige als toekomstige recht uiterst complex. In dit kader analyseert de auteur per thema: de regeling inzake de opdracht, de bijzondere rechtsregels die van toepassing zijn verklaard op de overeenkomst van opdracht, de (open) normen die uit het algemene verbintenissenrecht voortvloeien en (ter inspiratie) de bepalingen die gelden voor de werknemer, aannemer, handelsagent en huurder. De resultaten van dit onderzoek bieden niet alleen een inkijk in het verbintenisrechtelijke beschermingsniveau van de kleine opdrachtnemer, maar maken ook een gefundeerde afweging mogelijk ten aanzien van de vraag of dit beschermingsniveau wenselijk en gerechtvaardigd is